Ga naar content
Start making impact! Bekijk onze vacatures!
Contact
Terug naar overzicht

Weven met organisch weefsel: Smart BioMaterials Consortium boost de ontwikkelingen met pilotfabriek

Weven met organisch weefsel: Smart BioMaterials Consortium boost de ontwikkelingen met pilotfabriek

Veel regeneratieve medicijnen en oplossingen zijn in de onderzoeksfase; ze kunnen nog niet op grote schaal worden geproduceerd of toegepast. In de gezondheidszorg is de weg naar de patiënt lang. Logisch ook: het is belangrijk om zeker te weten dat een techniek, materiaal of oplossing goed werkt, voordat hij gebruikt kan worden om mensen te helpen. Daarom zijn onder meer pilotfabrieken essentieel. Daar kunnen oplossingen en technieken die op de universiteit onderzocht zijn, tot een product ontwikkeld en geproduceerd worden. Eerst in een testomgeving en/of op kleine schaal, later op grotere schaal ‘voor het echie’. Ofwel: oplossingen worden klaargemaakt voor de markt.

Weven met organisch weefsel

Regeneratieve medicijnen maken gebruik van lichaamseigen cellen, stoffen en processen. Ze proberen het lichaam te faciliteren om met eigen cellen iets weer ‘heel’ of beter te maken. Een voorbeeld: de knie van een patiënt is kapot en hij heeft een prothese nodig. Nu is zo’n prothese nog vaak gemaakt van keramiek of titanium, maar dat kan anders. Bijvoorbeeld met een ‘scaffold’, een roosterwerkje van biomateriaal, in de vorm van het lichaamsdeel dat ontbreekt of beschadigd is. De eigen lichaamscellen, in dit geval kraakbeen, groeien vervolgens over dat roosterwerkje heen. Uiteindelijk lost de scaffold op of wordt geaccepteerd door het lichaam. En de patiënt heeft weer een ‘echte’ werkende knie.

Dat is waar de zorg in de toekomst naartoe wil. En een knie is maar één voorbeeld. Er worden allerlei verschillende technieken, biomaterialen, en toepassingen onderzocht. Zo ontwikkelt de Nederlands-Zwitserse startup Xeltis een hartklep op basis van polymeren. En werkt VivArt-X aan een synthetisch biomateriaal om gezond borstweefsel te vormen na een borstoperatie.

SBMC: krachtige samenwerking in het ecosysteem

In 2021 tekenden BOM, de TU/e en provincie Noord-Brabant voor de oprichting van het Smart BioMaterials Consortium (SBMC): een publiek-private samenwerking die zich richt op de realisatie van faciliteiten voor de versnelde ontwikkeling en commercialisering van biomaterialen.

Ria Hein, Program Manager Life Sciences & Medtech: “Als team Ecosysteemontwikkeling hebben we met veel bedrijven in de Life Sciences & Health-sector gepraat. Waar moest zo’n nieuw te openen ‘pilotfabriek’ nou precies aan voldoen? Alle wensen en behoeftes voor development- en productiefaciliteiten hebben we geïnventariseerd. De pilotfabriek wordt op basis daarvan ingericht. Het SBMC is ondertussen een hechte community geworden van ruim 60 bedrijven.”

Een aanbodgerichte faciliteit in de markt zetten werkt meestal niet, volgens Ria. “Het SBMC heeft meegedacht over hoe de pilotfabriek eruit moet komen te zien. Dat heeft als voordeel dat die bedrijven straks daadwerkelijk gebruik willen maken van de faciliteiten. En dat de fabriek echt ingebed raakt in het bedrijfsleven. Dat maakt deze Brabantse faciliteit uniek.”

Nationaal Groeifonds en Regmed XB

Via het Nationaal Groeifonds investeert de overheid tussen 2021 en 2025 in projecten die economische groei op lange termijn waarborgen. De regeneratieve geneeskunde op basis van biomaterialen heeft veel potentie. Voor de economie én de volksgezondheid. Daarom is Regmed XB in 2016 in het leven geroepen. Dit samenwerkingsverband stimuleert onderzoek om de lange weg naar genezing te versnellen. Vanuit het Nationaal Groeifonds ontvangt Regmed XB in 2021 een subsidie van € 56 miljoen voor het realiseren van zogenoemde ‘pilotfabrieken’ voor regeneratieve medicijnen. Deze subsidie is ook een extra impuls voor het realiseren van SBMC en het beschikbaar komen van de faciliteiten.

Brabantse pilotfabrieken

Op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven zit sinds oktober 2021 één tak van de pilotfabriek, met research & developmentfaciliteiten. Die helpt bedrijven om te onderzoeken hóe ze hun idee in productie kunnen brengen. Als dat op kleine schaal gelukt is in de developmentfaciliteit, kunnen ze naar verwachting vanaf het eerste kwartaal 2025 terecht in de nieuwe (pilot)productiefabriek op de High Tech Campus in Eindhoven, voor productie op grotere schaal. In die nieuwe locatie komen vier cleanrooms, met een totale oppervlakte van 400 vierkante meter, een laboratorium voor kwaliteitscontroles, kantoren en opslagruimte.

Regeneratieve geneeskunde naar next level

De pilotfabriek in Eindhoven wordt echt een open innovatie-omgeving. Doordat bedrijven gebruik kunnen maken van de faciliteiten en apparaten van de shared facility, hoeven ze niet zélf te investeren in dure apparatuur. Zo wil het SBMC de productie en verwerking van biomaterialen en afbreekbare implantaten naar een industrieel niveau tillen. Hierdoor beschikken we straks in Brabant over grote aantallen therapieën die geschikt zijn voor de wereldmarkt.

Jan Rietsema, CEO van SBMC: "In de Brainport-regio zijn we zeer bedreven in het ontwikkelen van nieuwe ideeën voor regeneratieve geneeskunde, maar de weg naar de patiënt is lang en uitdagend. BOM bracht in het SBMC een gevarieerd cluster bij elkaar dat zich echt committeert aan de doelen van het SBMC: de toekomst van biomaterialen. Niet alleen life sciences-bedrijven die biomaterialen ontwikkelen, maar ook high tech-bedrijven die goed zijn in het industrialiseren van de nodige processen en technologieën. Ons uiteindelijke doel is om het proces van patent tot patiënt te versnellen. Dat is goed voor de patiënt. Én goed voor de startups in Zuidoost-Brabant die voorop lopen in de ontwikkeling van biomaterialen voor regeneratieve medische toepassingen. Zoals Xeltis, STENTiT en VivArt-X. Bedrijven van binnen en buiten het consortium zijn welkom om actief te worden in onze gedeelde faciliteiten en gebruik te maken van onze expertise om hun schaal- en productie-uitdagingen verder aan te pakken."

Drie kerncompetenties BOM komen samen

Alle drie de kerncompetenties (ontwikkelen, investeren en internationaliseren, red.) komen samen in het Smart BioMaterials Consortium.

Ria: “De afdeling Ecosysteemontwikkeling bracht partijen in het ecosysteem bij elkaar en hielp met het opbouwen van de hechte community die het Smart BioMaterials Consortium nu is. Ook zorgden we dat er governance is voor de development- en productiefaciliteiten van de pilotfabriek.”

BOM treedt voor bedrijven binnen het SBMC ook op als investeerder, bijvoorbeeld bij STENTiT, VivArt-X en Vivolta. Mercedes Tuin, Investment Director Life Sciences & MedTech bij BOM: “Hiermee kunnen deze bedrijven groeien van startup naar scale-up. Ze brengen innovatieve producten naar de markt, om zo patiënten met bijvoorbeeld kanker of hart- en vaatziekten te helpen. Wij ondersteunen daarnaast ook met toegang tot ons netwerk van andere investeerders.”

De helft van de totale Nederlandse productiewaarde in Life Sciences & Health (zo’n tien miljard euro) komt al voor rekening van Noord-Brabant. Dat heeft ook internationale aantrekkingskracht. Team Internationaliseren gebruikt het SBMC als onderdeel van het soft-landingprogramma voor buitenlandse bedrijven. Zij zoeken naar bedrijven die in ons ecosysteem passen, en zorgen ervoor dat zij zich in Brabant vestigen. De hechte community in het ecosysteem én de development- en productiefaciliteiten van de pilotfabriek zijn enorme USP’s voor onze provincie. Universiteiten over de hele wereld doen onderzoek naar regeneratieve geneeskunde en biomaterialen, maar de technologie is nog jong en er zijn nog niet zo veel bedrijven bezig met het naar de praktijk brengen ervan. De aanwezigheid van onder meer onderzoek, productie, logistiek en een sterk netwerk in een relatief klein geografisch gebied is iets om trots op te zijn.”