Ga naar content
Start making impact! Bekijk onze vacatures!
Contact
Terug naar overzicht nieuws

Waar gaat het fout bij ‘van het gas af’?

Waar gaat het fout bij ‘van het gas af’?

Van het gas af… Het idee is enkele jaren geleden als goedbedoelde intentie door belangenorganisatie gelanceerd. Inmiddels is ‘gasloos’, mede door de gasbevingen in Groningen, een speerpunt in het klimaatbeleid. Maar hoe reëel zijn de plannen hiervoor eigenlijk? Lukt het wel om onze klimaatdoelstellingen daarmee op tijd te bereiken? Of zijn er misschien nog andere mogelijkheden?

De opgave waar we voor staan, 55% minder CO2 uitstoot in 2030, is inmiddels achterhaald. Ieder jaar dat we CO2 uitstoten boven de jaarlijkse norm, wordt het moeilijker om ons doel in 2030 te bereiken. Inmiddels presteren we structureel zo slecht dat we in 2030 geen 55% maar eerder 75% reductie moeten realiseren ten opzichte van de uitstoot in 1990. De tijd van experimenteren op kleine schaal zonder duidelijke versnellingspaden is nu echt voorbij.

Proeftuinen

De transitieprogramma’s die deze versnelling moeten leiden, zijn te radicaal en hebben veel te weinig effect. Tot op heden zijn in de proeftuinen van Programma Aardgasvrije Wijken met een subsidie van meer dan €150 miljoen slechts een handjevol huizen van het gas afgehaald. De doelen van dit programma: het vergroten van snelheid, betaalbaarheid, CO2 impact en schaalbaarheid door te experimenteren, blijven ver achter bij de verwachtingen, maar zijn cruciale criteria om een succesvolle transitie te realiseren. De Algemene Rekenkamer heeft echter geconcludeerd dat er nauwelijks sprake is van een vliegwieleffect vanuit dit programma.

Onrealistisch

Er loopt nog een tweede traject om van het gas af te komen: de warmte transitievisies vanuit gemeenten. Deze zijn ontstaan vanuit de visie om alle wijken 100% van het (aard)gas te halen. Warmtenetten, de inzet van duurzame gassen spelen en all-electric oplossingen spelen daarin een hoofdrol. Dat is revolutionair en ambitieus, maar met een besparingsdoel van 55% dat al in 2030 gerealiseerd moet zijn, ook utopisch en onrealistisch. Warmtenetten ontbreekt het aan duurzame bronnen. De groene productie van waterstof staat nog in de kinderschoenen. Elektrisch verwarmen kan het elektriciteitsnet niet aan als het -15°C is en groen gas is onvoldoende beschikbaar om aardgas te vervangen. Daarnaast zijn deze oplossingen te duur, organisatorisch op zijn zachtst gezegd uitdagend en is schaalbaarheid ver te zoeken. De financiële en technische haalbaarheid van warmte transitievisies dient veelal nog onderzocht te worden, waardoor het bij lange na nog geen uitvoerbaar plan is. Ze bevatten weliswaar goede ideeën, maar het is niet de enige route die we moeten volgen als in 2030 klinkend resultaat geboekt moet zijn.

Maar wat dan?

Om te kunnen voldoen aan de vier belangrijkste criteria bij verduurzamingsstrategieën: snelheid, betaalbaarheid, CO2 impact en schaalbaarheid hebben we techniek nodig die gebruikmaakt van bestaande energie infrastructuur, efficiënte en duurzame verwarmingstechnologie en energiedragers die nog verregaand kostenefficiënt verduurzaamd kunnen worden. Dan kom je vanzelf uit bij de elektrische hybride warmtepomp. Daarbij mag je uitgaan van een doorontwikkeling van warmtepompen op gebied van geluid, COP, digitalisering, aansturing en installatie en onderhoud.

Betaalbaar, schaalbaar en haalbaar

De warmtepomp kan de efficiënte en duurzame basisverwarming verzorgen van oktober tot april. Bij koude dagen, schakelt de cv-ketel bij, om de belangrijkste ruimtes van het huis op hogere temperatuur te verwarmen. Hiermee neemt het gasverbruik 60-80% af ten opzichte van de situatie zonder warmtepomp en isolatie. De warmte die opgewekt wordt door de warmtepomp leidt al direct tot een CO2-reductie van 40% vergeleken met de opwekking van dezelfde hoeveelheid warmte door middel van de cv-ketel. De elektriciteit die voor de warmtepomp nodig is, zal dus jaar op jaar nog wel steeds duurzamer moeten worden opgewekt om 75% en uiteindelijk volledige reductie van de CO2 uitstoot te realiseren. Het elektriciteitsnet dient ook zonder inzet van warmtepompen verzwaard te worden. Dat is een zinvolle investering, omdat dit netwerk in alle scenario’s de belangrijkste energie infrastructuur voor de gebouwde omgeving zal worden. Door het vermijden van een kapitaals- en tijdsintensief traject met warmtenetten, is deze oplossing betaalbaar, schaalbaar en wordt de doelstelling haalbaar.

Wortel en stok

De installatiesector is in staat om meer dan 400.000 cv-ketels per jaar te vervangen. Met een gestandaardiseerde aanpak, een wortel en een stok van de overheid, moet het mogelijk zijn om dat aantal te verdubbelen en zo in 8 jaar alle 7 miljoen cv-ketels in woningen te voorzien van een hybride warmtepomp.

De restvraag van woningen naar gas kan in 2030 worden ingevuld met groen gas. Als er 4 miljoen woningen zijn met een gemiddelde restvraag van 500 m3 (66% reductie t.o.v. gemiddeld verbruik van 1500 m3), dan is er jaarlijks 2,0 miljard m3 groen gas nodig. Dit is ongeveer de hoeveelheid groen gas die in 2030 beschikbaar kan zijn bij ondersteunend beleid en stimulering van nieuwe productietechnieken. Op basis van de leeftijdsopbouw van het woningbestand, sloop vervanging en nieuwbouw kunnen op termijn de andere 3 miljoen woningen door rendabele en vergaande isolatie zonder gas de zeer koude perioden overbruggen.

Installateurs: 800.000 cv-ketels per jaar vervangen.

De verbruikerskant kan dan op eenvoudige wijze in 2030 technisch klaar zijn voor de stappen richting 0% uitstoot in 2050. Als gelijktijdig de verduurzaming van de elektriciteitsproductie plaatsvindt (door wind op zee, import, andere nieuwe technieken of innovatieve kernsplitsing of -fusie), kan de productiekant van elektriciteit richting 2050 ook volledig duurzaam worden gemaakt.

Nationale dreamteams

De geschetste route kent uiteraard uitdagingen en vergt nog steeds een enorme inspanning. Maar de eenvoud, de lage maatschappelijke kosten en de generieke toepasbaarheid van de warmtepomptechniek verlaagt de kans op kosten- en tijdsoverschrijding en verhoogt de kans op realisatie van de reductiedoelstelling. De kansen nemen verder toe als de innovatie van warmtepomptechnologie, groen gas technologie en opwektechnologie van elektriciteit nationaal stevig wordt opgezet en wordt uitgevoerd in nationale dreamteams van overheid, wetenschap, bedrijfsleven en onderwijs.

Meer weten?